Ik vind het altijd moeilijk om tussen je kinderen te kiezen maar heb voor ’Muze in mij’ gekozen omdat die over mijn passie gaat en de muze die ik al heel vroeg leerde kennen. Toen ik twaalf was en m’n eerste gitaar had, niet zo’n goede, een beetje een dun bovenblad, merkte ik dat als ik een D-akkoord aansloeg en met m’n oor op de klankkast ging liggen dan trok dat hele akkoord helemaal door je heen. Ik vond dat zoiets moois, dat één klank waarin je de diepte, de hoogte en de flageoletten hoorde, zo door je lichaam kon trekken. Ik heb muziek eigenlijk nog nooit zo ontroerend ervaren als dat ene akkoord wat ik zo diep van binnen voelde. Later wist ik dat dat eigenlijk het eerste contact met de muze was. Ik realiseerde me ook dat uit die ene oerklank alle liedjes vandaan kwamen. Later hoefde ik ook niet meer m’n oor op de gitaar te leggen, dat zat al in mij, die klank en dat gevoel. Voor mij is de muze ook echt gaan leven, ze verleidt mij ook vaak.
Als ik een akkoord speel gaat de muze mij eigenlijk voor in de muzieklijn, je hoort dan iets, iets heel subtiels, en dan moet je zo geconcentreerd luisteren van waar-gaat-dit-naartoe? Ze maakt ook soms hele vreemde sprongen dat ik denk oh, ga ik nou ineens hier naar toe, maar hoe kom ik daar dan weer?
Het is altijd zo dat de toon er al is voordat ik hem pak. Het is een heel intiem en gelukmakend gevoel wat ik heb tijdens het liedjes maken en op een gegeven moment heb ik dat opgeschreven, een ode aan de muze die er altijd is geweest en die er ook altijd zal zijn.
Ik ervaar wel dat mijn muze altijd uplifting werkt, ik zou dan ook geen bluesschrijver kunnen zijn. Maar ik heb wel die diepe hunkering, ik heb die blues wel in me. Dat verlangen, dat Fado kan zijn ken ik heel goed. En als je dat diepe verlangen omzet in kunst of muziek dan word je er al blij van. Dan is dat verdriet eigenlijk al weg. Maar de muze tilt je ook uit het diepste dal en in dit liedje komt dat ook voor.
Ze lacht de muziek omhoog.
Bij de muze had ik al stukken tekst voordat er muziek was..
Muze in mij, waar ik ook ben, ben jij.
En toen pakte ik mijn gitaar en kwam het gewoon vanzelf. Een lied dat helemaal organisch uit me gerold is. Het is mooi vind ik, bijna eng zou je kunnen zeggen want het is dát wat je inspireert waar je over schrijft die jou daar ook toe inspireert.